Groepsschuilplaatsen
De groepsschuilplaatsen zijn door de hoge luchtvochtigheid en de lage constante temperatuur geschikt als winterverblijf voor vleermuizen. Door de dikke muren van anderhalve meter is er een constante tempratuur van enkele graden boven nul aanwezig. Ook is de omgeving heel belangrijk. Het liefst moeten de groepsschuilplaatsen in de buurt liggen van bomen. Hierdoor zijn de groepsschuilplaatsen goed bereikbaar voor de vleermuizen. Uiteraard mag er ook geen verstoring plaatsvinden in de groepsschuilplaatsen.
Niet alle groepsschuilplaatsen waren in eerste instantie geschikt. In totaal zijn ruim 50 betonnen groepsschuilplaatsen opnieuw ingericht voor vleermuizen. Hiervoor zijn er speciale vleermuisdeuren aangebracht en zijn tonnen met druppelaar in de groepsschuilplaatsen gezet om de luchtvochtigheid te verhogen voor de vleermuizen. Ook zijn er extra hangplekken aan het plafon aangebracht als wegkruipmogelijkheid voor de vleermuizen (figuur 1). Ongeveer de helft van de groepsschuilplaatsen zijn nog steeds niet geschikt omdat deze zijn dichtgemetseld of vol zitten met zand.
Figuur 1 | Links: groepsschuilplaats type P met speciale vleermuisdeur. Rechts: groepsschuilplaats ingericht met druppelaar en extra hangplekken voor vleermuizen.
Tijdens het inventariseren van de groepsschuilplaatsen worden alle wanden en plafonds, inclusief spleten en pijpen, systematisch afgezocht en worden de vleermuizen gedetermineerd en geteld. Er komen in onze regio een drietal verschillende vleermuizen voor in de groepsschuilplaatsen. In de groepsschuilplaatsen worden vooral enkele tot kleine groepjes gewone grootoorvleermuizen aangetroffen, maar lokaal zijn ook baardvleermuizen en watervleermuizen aanwezig. Sporadisch worden ook wel dwergvleermuizen aangetroffen. In de grafiek staat een overzicht van het totaal aantal getelde vleermuizen in de groepsschuilplaasten over de verschillende jaren. De aantallen variëren jaarlijks van 13 tot 35 vleermuizen in de groepsschuilplaatsen (figuur 2). De aantallen liggen waarschijnlijk hoger omdat niet alle groepsschuilplaatsen toegankelijk zijn voor mensen om te betreden doordat de bunkers zijn dichtgemetseld of particulieren geen toestemming geven om te inventariseren. In figuur 3 is het verschil weergegeven tussen de wintertelling in 2015/2016 en 2019/2020 met verschil tussen niet en wel ingerichte groepsschuilplaatsen. De aantallen lijken toe te nemen in de ingerichte groepsschuilplaatsen.
Figuur 2 | Totaal aantal getelde overwinterende vleermuizen in de periode van 2009 tot 2015 in de groepsschuilplaasten.
Figuur 3 | Vergelijking wintertelling 2015/2016 en 2019/2020 tussen type groepsschuilplaatsen met aantallen vleermuizen.