Ontstaan Liniewacht
De Nieuwe Hollandse Waterlinie was een verdedigingslinie tijdens de Eerste en Tweede wereldoorlog met water als belangrijkste verdedigingsmiddel. De linie bestond uit een aaneengesloten gebied van de Zuiderzee tot de Biesbosch, dat onder water gezet kon worden, met op de kwetsbare plekken (bijv. toegangswegen) forten. Onder dreiging van de Duitse inval zijn vanaf september 1939 vele extra groepsschuilplaatsen gebouwd.
De meeste groepsschuilplaatsen langs de linie worden aangeduid als type P, vanwege de piramidevorm. Het was geschikt voor een gevechtsgroep van elf infanteristen. Het dak bestaat uit meer dan 2 meter dik gewapend beton, de muren zijn 1,5 tot 2 meter dik. Afhankelijk van de dikte van wanden en dak waren ze bestand tegen de inslag van de lichtere of zwaardere granaten van die tijd. De voorzijde werd afgedekt met een metersdikke laag grond. De ingang van de schuilplaats zit aan de achterzijde en heeft een hoge drempel om het water tijdens een inundatie buiten te houden. In de Nieuwe Hollandse Waterlinie zijn in de periode november 1939 tot mei 1940 ongeveer 700 schuilplaatsen van het type P gebouwd. Zo’n 500 daarvan liggen tegenwoordig nog in het landschap van de waterlinie. Voor meer informatie over de Nieuwe Hollandse Waterlinie gaat u naar de website van het Kenniscentrum Waterlinie.
De linie heeft haar functie als militaire verdediging allang verloren, maar de linie is nog steeds van grote landschappelijke en culturele waarde. Ook de natuurwaarden van de Nieuwe Hollandse Waterlinie zijn hoog, met vleermuizen als een in het oog springende groep.
Vleermuizen gebruiken groepsschuilplaatsen en verdedigingsforten als voortplantingslocatie en voor de overwintering. Groepsschuilplaatsen met een gunstige toestand en ligging worden door vleermuizen bewoond en tal van deze groepsschuilplaatsen bieden met een betere inrichting grote(re) kansen voor vleermuizen. Het is heel positief dat sinds 2011 met financiering van de Provincie Gelderland al een groot aantal van deze groepsschuilplaatsen zijn opgeknapt en (mede) voor vleermuizen zijn ingericht. Vooral groepsschuilplaatsen van Staatsbosbeheer en Waterschap Rivierenland zijn opgeknapt, maar ook objecten van particulieren zijn ingericht.
Alleen inrichten is niet voldoende, de groepsschuilplaatsen zelf en het omringende landschap moeten ook onderhouden worden. Ingrepen in bomen en opgaande vegetatie rond de groepsschuilplaatsen zullen invloed hebben op de beschutting en het klimaat van een verblijfplaats of foerageerplaats. Ook de bomen op de dijken van de linie kunnen dienen als foerageergebied, een verbindingsroute of (potentiele) verblijfplaats. Waterpartijen langs linie zijn druk bezochte jachtgebieden, vooral als er beschutting is van bomen of opgaande vegetatie en de diefdijken tussen de forten zijn belangrijke migratieroutes in het voor- en najaar.
De Zoogdiervereniging en Stichting Landschapsbeheer Gelderland hebben, met steun van het projectbureau Nieuwe Hollandse Waterlinie, de handen ineen geslagen om Stichting Liniewacht op te zetten. De Stichting Liniewacht bestaat uit samenwerkende vrijwilligers (met verschillende achtergronden) die, met ondersteuning van Stichting Landschapsbeheer Gelderland en de Zoogdiervereniging, de groepsschuilplaatsen en het landschap van de Nieuwe Hollandse Waterlinie onderhouden en monitoren.